top of page

Handleiding LAPPA boeken

Hoe gebruik je de tweetalige, interactieve LAPPA boeken optimaal?

De series LAPPA Little (0 – 6 jaar) en de LAPPA meertalige, interactieve prentenboeken (3 – 6) jaar kun je op vele manieren inzetten voor de opbouw en uitbreiding van taalbegrip, zowel in het Nederlands als in een andere thuistaal. Een kind leert het meest van het verhaal als het past binnen het thema wat wordt behandeld in de groep (je kunt bijvoorbeeld ‘Lappa bij de dokter’ het beste voorlezen als je de komende weken bezig bent met het thema gezondheid).

 

Voor je gaat voorlezen: bespreken van de praatplaat

Voorafgaand aan het lezen van het boek begin je (zowel als ouder/verzorger als pedagogische medewerker of onderwijsprofessional) een gesprekje over het boek. Je laat het boek zien, je wijst op de titel (bij kleuters ook op de naam van Mirjam Visker, de schrijver) en je vraagt of kinderen willen reageren op wat ze zien op de voorkant of de achterkant. Hebben ze enig idee waar het boek over zal gaan? Deze ideeën kun je eventueel opschrijven om er later op terug te komen. Ook de kijk- en praatplaat kan al voor veel interactie zorgen en de kinderen helpen bij het voorbereiden op het lezen van het boek. Kinderen in de groep, die onderling in een andere taal dan het Nederlands zouden kunnen overleggen, kun je de kijk- en praatplaat ook geven om daar met elkaar over te laten praten in die andere taal.

 

Tijdens het voorlezen: vriendjesvragen behandelen

Tijdens het lezen kun je meteen de vriendjesvragen stellen, maar die zou je ook pas later kunnen stellen bij de tweede keer lezen. Zorg ervoor dat in de groep verschillende kinderen antwoord geven op de vriendjesvragen of laat kinderen die naast elkaar zitten samen de vriendjesvraag bespreken. Hoe kleiner het groepjes is waarmee je het boekje leest hoe meer kinderen kunnen reageren en hoe meer jij op het antwoord van het kind in kunt gaan. Geef kinderen vooral denktijd om even na te denken over hun antwoord op de vriendjesvraag. De antwoorden op de vriendjesvragen kunnen ook verzameld worden en in de loop van een paar dagen opgeschreven worden op een (groot) vel, waar je later weer een keer op terugkomt.

 

Na afloop: betekenisvolle verwerking met doe-opdracht

Aan het eind van het boekje staat een opdracht die je met de groep kunt doen. Ouders/verzorgers kunnen die ook met hun kind doen en het is leuk om hierover terug te vragen (ouders/verzorgers kunnen hier misschien een foto van opsturen). Ook deze opdracht hoeft niet direct na het lezen gedaan te worden, dat kan ook een paar dagen later, maar leg tijdens die activiteit wel de link met het boekje, zodat de kinderen zich herinneren dat Lappa datzelfde deed.

Roland Mustert

Technisch Directeur

roland@lappabooks.nl

Waarom meertalige prentenboeken?

Verdieping of voorbereiding

In gezinnen waarin (naast het Nederlands ook) andere talen dan het Nederlands worden gesproken kunnen de tweetalige LAPPA boeken gebruikt worden voor zowel de ontwikkeling van het Nederlands als de andere thuistaal. Doordat ouders/verzorgers hetzelfde boekje lezen als op de groep begrijpt het kind het verhaal steeds beter en doordat de ouder/verzorger met het kind over hetzelfde thema praat als in de groep, maar dan in hun thuistaal, kunnen ze het kind helpen het thema beter onder de knie te krijgen. Het gesprek wat de ouder/verzorger voert met het kind kan een verdieping of een voorbereiding zijn op het gesprek op de groep. Kinderen begrijpen de vragen van hun ouders/verzorgers misschien net wat beter en het kind kan zich misschien net wat beter uitdrukken in de thuistaal. Het maakt op zich niet heel veel uit om het boekje voorafgaand aan het lezen in de groep, thuis in de thuistaal te laten lezen of juist na afloop van het lezen in de groep thuis te lezen. Voor beide volgordes valt iets te zeggen. Het gaat er vooral om dat er een verbinding ontstaat tussen wat er op de groep gebeurt en wat thuis.

 

Ouderbetrokkenheid in voorleessessies

Er kunnen ook voorleessessies op de groep georganiseerd worden waarbij ouders/verzorgers, meertalige collega’s of leerlingen uit hogere groepen in de thuistalen van de kinderen komen voorlezen. Dit kan in kleine thuistaalgroepjes of alle talen na elkaar (op verschillende dagen) met dezelfde groep. Ook leerlingen die die andere taal niet kennen hebben hier wat aan, ze wennen vast aan andere klanken in andere talen, ze herkennen misschien een bepaald woord, zien hun groepsgenootje opeens actief antwoord geven, maar bovenal herkennen ze het verhaal doordat ze dezelfde platen zien.

Hoe komen meertalige LAPPA boeken het best tot hun recht?

Gebruik al het materiaal dat voor handen is:

 

  • lees het boekje zowel op de groep als thuis voor;

  • sta stil bij de praatplaat;

  • bespreek de vriendjesvragen;

  • voer de doe – opdracht uit;

  • kom in de rest van de week terug op het onderwerp tijdens andere activiteiten;

  • geef kinderen de mogelijkheid om het boekje op andere momenten zelf te lezen of na te  spelen (leg materialen klaar om dit te doen: poppetjes, concrete materialen, verkleedkleren, uitgeprinte platen etc…);

  • probeer feedback van ouders/verzorgers te krijgen over wat het kind in de thuistaal kan vertellen over het thema.

  • maak een verteltafel. Gebruik daarvoor ook de hoofdpersonen die je (binnenkort op deze website) los kunt downloaden en lamineren en materialen die bij het thema passen, zoals bijvoorbeeld een dokterstas, een stepje, een voetbal, fruit, boerderij- of dierentuindieren, kaplaarzen, een broodtrommel etc.

Tekst: Frederike Groothoff, PhD expert meertaligheid

bottom of page